Bewustwording steekwapens

Deel deze pagina
U heeft het de afgelopen week in en op alle mediakanalen kunnen lezen, zien en horen: steeds meer jongeren – bijna kinderen nog - hebben een mes op zak. Geen onschuldig zakmesje, maar een mes waarmee je anderen serieus kunt verwonden, of zelfs doden.

Als moeder vind ik dat een gruwelijke gedachte: dat je kind een mes bij zich draagt omdat hij zich blijkbaar niet veilig meer voelt, omdat hij (het gaat vooral om jongens) door anderen gestoken zou kunnen worden. Maar dus ook dat hij anderen zou kunnen steken. Zeker kinderen moeten zich veilig kunnen voelen: thuis, maar ook op straat en op school. Ook een vervreemdende gedachte: we weten blijkbaar niet meer wat onze kinderen doen. Groepjes jongeren zijn ’s avonds laat nog op straat en hangen rond.

Kinderen lijken soms in twee parallelle werelden te leven: thuis, waar het kind nog kind is; en op straat, waar het gaat om wie de hoogste status heeft. Hoe groot en zelfstandig een jongere van, pak ‘m beet, 15 jaar ook lijkt: een 15-jarige is géén volwassene. Het opvoeden van kinderen stopt niet na de basisschool of na de onderbouw van de middelbare school. En gelooft u mij: als moeder van twee – inmiddels volwassen kinderen - weet ik hoe lastig pubers kunnen zijn, hoe lastig het is om de goede balans te vinden in het opvoeden en loslaten van je kind.

Maar het allerbelangrijkste is dat we er ons bewust van moeten zijn dat het niet gaat om de kinderen van een ‘ander’, of uit ‘andere wijken’: het gaat om ónze kinderen. Daarom wil ik naar de scholen en ouders: om samen te zoeken naar oplossingen.

Gepubliceerd op: 
14 jan 2020