Veelgestelde vragen transformatorstations

Op deze pagina leest u vragen en antwoorden over transformatorstations naar aanleiding van het besluit over voorkeurslocatie Incheonweg en start haalbaarheidsonderzoek.

Algemene vragen

Er is grote behoefte aan extra elektrische stroom in Haarlemmermeer, voor nieuwe bedrijven, woningbouw en vanwege de energietransitie. Sinds 2017 zijn er al diverse (tijdelijke) maatregelen genomen om de netcapaciteit te verhogen. Deze (tijdelijke) maatregelen bleken niet voldoende. In 2019 is onderzoek gedaan naar meer ruimte maken voor stroomlevering met hetzelfde netwerk, maar dit bleek echter geen oplossing. De noodzaak voor uitbreiding van het netwerk is de laatste tijd alleen maar groter geworden.

Liander heeft aangegeven dat zij vanaf oktober 2020 in Hoofddorp, Schiphol-Rijk en Rijsenhout geen nieuwe bedrijven en andere grootverbruikers (nieuwe woonwijken) meer aan kunnen sluiten. Er is geen capaciteit meer voor op het netwerk. Er moeten daarom ook snel extra transformatorstations komen. Eerst ging het om één nieuw transformatorstation. Liander heeft inmiddels aangegeven dat aan de oostkant van Hoofddorp twee transformatorstations nodig zijn. Het gaat om Transformatorstation Incheonweg. De werkzaamheden voor dit station zijn gestart in december 2022. In december 2022 is ook bekend gemaakt dat de voorkeurslocatie voor het tweede transformatorstation aan de Bennebroekerweg ligt. 

Liander geeft het gebied Hoofddorp / Schiphol- Rijk en omgeving code Rood: er is geen capaciteit meer beschikbaar op het elektriciteitsnet. Kleingebruikers (woningen) kunnen voorlopig nog worden ontzien. Maar ook voor onder meer liften en warmtepompen in woningen is een grootverbruikaansluiting nodig. Deze grootverbruikaansluitingen kunnen tot het eerste nieuwe station in bedrijf is niet worden aangesloten. Liander schat bovendien dat het nog minstens tot 2025 duurt voor een nieuw transformatorstation in gebruik kan zijn. Er is daarom haast bij het vinden van nieuwe locaties voor transformatorstations. Eerst ging het om één nieuw transformatorstation. Liander heeft inmiddels aangegeven dat aan de oostkant van Hoofddorp twee transformatorstations nodig zijn.

Ja. De vraag naar elektriciteit neemt toe. De energietransitie vraagt voor een steeds groter aandeel van elektriciteit in het energiegebruik. Voor het aansluiten van nieuwe bedrijven en woonwijken op het elektriciteitsnetwerk zijn nieuwe transformatorstations noodzakelijk. Voor de vestiging van nieuwe bedrijven en de levering van stroom aan alle nieuwe woningen die we moeten bouwen zijn nieuwe transformatorstations noodzakelijk.  Voor de economie in Haarlemmermeer, die toch al zo getroffen wordt door de coronacrisis, is de beschikbaarheid van voldoende stroom essentieel. Het vinden van nieuwe locaties heeft daarom de hoogste prioriteit. Dat geldt zowel voor de gemeente als de netwerkbedrijven TenneT en Liander.

De gemeente overlegt samen met Liander en TenneT wat de mogelijkheden zijn. We kijken naar waar de stroom nodig is om de transformatorstations zo dichtbij mogelijk bij de afnemers te plaatsen. Daardoor is er minder ruimte nodig voor kabels en leidingen, het scheelt kosten en je verliest minder energie. Daarbij kijken we ook naar technische compactere mogelijkheden voor een transformatorstation. Locaties in het gebied van de A4-zone, waar dit nieuwe transformatorstation moet komen, liggen niet voor het oprapen. Zodra een locatie voorhanden is, wordt de haalbaarheid in detail onderzocht en gaan we met de omgeving en andere belanghebbenden in gesprek. In december 2022 is bekend gemaakt dat de voorkeurslocatie voor dit tweede station aan de Bennebroekerweg ligt. 

GIS = Gas Insulated Switchgear. Een GIS installatie is een inpandig systeem voor hoogspanningsvelden. Het betekent dat deze hoogspanningsvelden in een gebouw komen in plaats van in de open lucht. Voordeel is dat dit gebouw minder ruimte inneemt dan wanneer de hoogspanningsvelden in de open lucht staan en beter in de omgeving is in te passen.

Dit heeft meerdere redenen. De bestaande stations in de Haarlemmermeer zijn afgelopen jaren al maximaal uitgebreid. Er is onvoldoende ruimte op de bestaande stations voor de grote energievraag die er is. Daarnaast is spreiding van stations nodig om te zorgen voor een veilig en betrouwbaar elektriciteitsnetwerk. Deze worden zo goed mogelijk gespreid om niet té veel kabels in de ondergrond te hoeven leggen (ruimte is namelijk beperkt) én om zo dicht mogelijk bij de stroomvragers gesitueerd te zijn. Langere kabels levert grotere netverliezen op. Om de stroomlevering te kunnen garanderen moeten we beschikken over een betrouwbaar netwerk. Daarom is het belangrijk dat er meerdere transformatorstations zijn.

Door alle ontwikkelingen, die meer elektriciteit vragen, is het netwerk nu vol en is code rood afgegeven. De nieuw te bouwen stations ontlasten de bestaande stations in Hoofddorp en Rozenburg, zodat zij opnieuw bruikbaar zijn voor lokale groei.

Niets meer bouwen is voor de ontwikkeling van de Haarlemmermeer geen optie. Daarbij staan de huidige bestemmingsplannen al bouw en uitbreiding toe. De code rood geldt niet enkel voor bedrijven, maar ook voor nieuwbouw van woningen. Zo kan een nieuwe lift in een flatgebouw nu ook niet aangesloten worden. Daarnaast zorgt de energietransitie voor een steeds groter aandeel van elektriciteit in het energiegebruik. Consumenten en bedrijven schakelen steeds meer over op elektriciteit.

Neem bijvoorbeeld de overgang naar elektrisch vervoer en de overgang naar gasloze woningen. Een gasloze woning gebruikt 3 à 4 x meer stroom dan woningen op aardgas. Daarnaast gebruiken we steeds meer elektrische apparaten. Eigen opwek en het transport ervan zorgt voor meer noodzaak aan grotere capaciteit.

Voor de economie in Haarlemmermeer, die toch al zo getroffen wordt door de coronacrisis, is de beschikbaarheid van voldoende stroom essentieel. Het vinden van nieuwe stationslocaties heeft daarom de hoogste prioriteit. Dat geldt zowel voor de gemeente als voor de netwerkbedrijven TenneT en Liander.

Er is een groot aantal locaties onderzocht. Deze locaties waren niet geschikt. Veelal vielen deze locaties af vanwege onvoldoende oppervlakte, het Luchthavenindelingbesluit Schiphol en de reservering van de parallelle Kaagbaan. Locaties dichter bij de kernvoorzieningen van Rijsenhout zijn door de gemeenteraad afgewezen.

De locatie aan de Incheonweg ligt op voldoende afstand van woningen – zo blijkt uit het onderzoek – en maakt deel uit van een bedrijventerrein. De geluidproducerende onderdelen zijn zo ver mogelijk van de woningen gesitueerd. Voor de voorkeurslocatie aan de Bennebroekerweg zal het haalbaarheidsonderzoek nog plaatsvinden. 

Er zijn geen andere vormen van overlast bekend bij gemeente en netbeheerders.

De datacenters in Schiphol-Rijk en Schiphol Logistics Park krijgen momenteel stroom van de stations Rozenburg, Hoofddorp en Haarlemmermeer. Als het nieuwe station gebouwd is, worden de voedingen van station Hoofddorp en Haarlemmermeer waar mogelijk omgelegd naar het nieuwe station zodat de netverliezen kleiner worden.

Vragen over de locatie aan de Incheonweg

Vanuit de gemeente is – toen meer perifeer gelegen locaties afvielen – de voorkeur uitgesproken het station te plaatsen op een bedrijventerrein. De beoogde stationslocatie maakt deel uit van het bedrijventerrein Schiphol Logistics Park.

Bedrijventerrein Schiphol-Rijk is grotendeels bebouwd en voor zover niet bebouwd, is de ruimte te gering of beperkt het luchthavenindelingsbesluit (LIB) en de reservering voor de parallelle Kaagbaan de mogelijkheden voor de vestiging van een transformatorstation.

Aan elke locatie kleven voor- en nadelen. De ruimte in deze regio is schaars en daarmee de keuzemogelijkheden beperkt. Er is dus geen ideale locatie voor iedereen.

De locaties bij Rijsenhout lagen dichtbij de dorpskern en de sportvelden. De huidige locatie ligt op een bestaand bedrijventerrein en sluit daarmee goed aan qua functie en is ruimtelijk beter inpasbaar.

Daar komt bij dat voor deze locatie gekozen is voor het plaatsen van de hoogspanningsinstallaties van TenneT in een gebouw, waardoor minder grondoppervlak nodig is. Uit het haalbaarheidsonderzoek zal moeten blijken of aan alle wet- en regelgeving wordt voldaan. Uiteindelijk neemt de gemeenteraad hierover het besluit in de bestemmingsplanprocedure.

De rechtstreeks omwonenden van het station zijn per brief geïnformeerd door de gemeente. Daarnaast wordt alle informatie gedeeld op de websites van de gemeente, TenneT en Liander. Tevens hebben dorpsvereniging informatie ontvangen om te delen via websites en social media. Mocht u meer informatie willen kunt u altijd uw vragen sturen naar: transformatorstation@haarlemmermeer.nl.

Vragen over specifieke locaties

Naast voldoende afstand ten opzichte van de reservering Parallelle Kaagbaan liggen aan de Aalsmeerderweg, net als aan de Aalsmeerderdijk, woningen waar rekening mee gehouden wordt.

De reservering van de parallelle Kaagbaan valt over het westelijk deel van de kavels tussen de Aalsmeerderweg en de Arendshoeve. Daarom is er door de netbeheerders voor gekozen om het station richting de oostzijde te plaatsen. Hierbij was het de wens van de grondeigenaar om de oostelijke grens van het station te laten samenvallen met de oostelijke grens van de percelen. Op deze manier blijft er geen reststrook over aan de oostzijde.

In het ontwerp van het stationsterrein is rekening gehouden om de transformatoren en spoelen zover mogelijk van de woningen te plaatsen zodat, uit een oogpunt van geluidhinder, voldoende afstand kan worden gehouden ten opzichte van woningen aan alle zijden van het station. Uit geluidonderzoek is inmiddels gebleken dat voldaan wordt aan de geluidsregelgeving.

De vraag naar stroom in het gebied is inmiddels zo groot dat er door de netbeheerders gezocht wordt naar 2 stationslocaties. De eerste locatie aan de oostzijde van de Rijksweg A4. Op of nabij Schiphol Trade Park de tweede locatie aan de westzijde van de A4. Vanuit de gemeente is door middel van het raadbesluit van juli 2018 duidelijk geworden dat er geen stationslocatie gerealiseerd kan worden tussen de A4 en het dorp Rijsenhout (PrimA4a). Op Schiphol Logistics Park is het gebied tussen de A4 en de Aalsmeerderweg inmiddels bebouwd. Schiphol Logistics Park-Zuid is nog beschikbaar.

Op ieder station is een (verplichte) reservecapaciteit aanwezig om storingen en onderhoud zoveel mogelijk zonder stroomonderbreking op te kunnen vangen. Deze reservecapaciteit bestaat uit een reservetransformator en extra schakelinstallaties. Meerdere kleinere stations nemen daarom per saldo aanzienlijk meer ruimte in dan enkele grotere stations. Daarbij geldt overigens nog steeds dat een station dichtbij de energievraag moet worden gerealiseerd en dan is het ook niet mogelijk om verder bij woningen vandaan meerdere geschikte locaties te vinden.

Nee, de gemeente heeft geen invloed op de besluitvorming omtrent de tweede Kaagbaan. De besluitvorming hierover wordt gedaan door het ministerie van I en W.

In het haalbaarheidsonderzoek zijn drie potentiële stationslocaties naar voren gekomen als haalbare stationslocaties, te weten locaties 1, 2A en 2B. Locaties 2A en 2B hadden de voorkeur van de netbeheerders ten opzichte van locatie 1. Echter voor deze locaties heeft de gemeenteraad, na bezwaren van de omgeving, besloten dat ze niet beschikbaar zijn als mogelijke stationslocatie.

Voor locatie 1 bleek begin 2019 dat door het mogelijk toekomstige metro-tracé en de ‘Uitgangspunten Schaalsprong Oostflank Haarlemmermeer’ een station op deze locatie voor de gemeente ongewenst is. Hiermee is ook locatie 1 afgevallen.

Bedrijventerrein Schiphol Trade Park is overigens niet helemaal afgevallen. Er zijn intussen twee transformatorstations nodig. Eén ten westen en één ten oosten van de Rijksweg A4. Voor de tweede locatie zoeken we een nog steeds een locatie op of nabij Schiphol Trade Park.

Vragen over vergelijkbare locaties/gebouwen

Doordat we twee elementen samenvoegen op een locatie, die vaker zijn gebouwd, ontstaat een unieke situatie. Normaal is het hoogspanningsgedeelte op een dergelijk station niet ingepakt, maar staat dit deel in de open lucht. Dat wil niet zeggen dat de ingepakte hoogspanningsinstallaties nieuw zijn. Deze installaties worden veel gebruikt en zijn bewezen veilig.

Onduidelijk is wat voor onderzoek hiermee bedoeld wordt. De netbeheerders zijn ervoor verantwoordelijk dat het station voldoet aan wet- en regelgeving en voert hiervoor de benodigde onderzoeken uit, onder andere naar geluid en elektromagnetische velden.

Er wordt geen structureel onderzoek gedaan naar ervaringen van omwonenden na de bouw van een station. Wel is regelmatig contact met omwonenden nadat het station in bedrijf is genomen. De houding ten aanzien van de stations van omwonenden verschilt.

Er is geen omgevingsonderzoek uitgevoerd na de bouw van station Middenmeer.

Vragen over het gebouw en inpassing in de omgeving

Op het station is geen warmtewinning. Het transformatorstation is een onbemand station, dit betekent dat er geen mensen verblijven. Op delen van de daken van de gebouwen komen zonnepanelen.

Netbeheerders dienen te allen tijde de stroomvoorziening te kunnen garanderen. Het belangrijkste bezwaar bij een ondergronds transformatorstation is dat de beschikbaarheid niet kan worden gegarandeerd vanwege intensiever onderhoud en storingen. Het poldergebied maakt daarnaast verdiepte ligging aanzienlijk complexer dan bovengrondse bouw. Daar komt bij dat een bovengrondse voorziening blijkens de verrichte milieu- en veiligheidsonderzoeken op de locatie aan de Incheonweg aanvaardbaar lijkt te zijn en een ondergrondse uitvoering niet noodzakelijk maakt.

Netbeheerders dienen te allen tijde de stroomvoorziening te kunnen garanderen. Het belangrijkste bezwaar bij een ondergronds transformatorstation is dat de beschikbaarheid niet kan worden gegarandeerd vanwege intensiever onderhoud en storingen. Het poldergebied maakt daarnaast verdiepte ligging aanzienlijk complexer dan bovengrondse bouw.

Onderdeel van de haalbaarheidsstudie is ook het onderzoeken of het technisch haalbaar is het station op deze locatie te bouwen. Daarvoor is een ontwerp van het transformatorstation gemaakt. Dit ontwerp is gemaakt op basis van de energievragen en het optimale gebruik van de locatie rekening houdend met de omgeving.

Het kabeltracé van de 150kV-verbindingen loopt vanaf de Rijnlanderweg door het Geniepark (strook van 50 m ten noorden van de Geniedijk) tot aan de stationslocatie aan de Incheonweg. Het zijn de voedende kabels voor het station, die afkomstig zijn van station Vijfhuizen in De Liede en station Nieuwe Meer in Amsterdam. Het kabeltracé vanaf deze stations tot en met de Rijnlanderweg zijn vervat in twee voorbereidingsbesluiten, die te raadplegen zijn op ruimtelijkeplannen.nl (Voorbereidingsbesluit Knooppunt Raasdorp-Geniedijk en Voorbereidingsbesluit 150 kV-verbinding Vijfhuizen-Nieuwe Meer, 24-02-2020). De kabels worden ondergronds aangelegd.

Uitgangspunt is dat de kabels op voldoende afstand van de huizen komen, conform de regels die hiervoor gelden. Op dit moment zijn we het tracé nog verder aan het uitwerken. We zullen uiteraard contact opnemen met alle eigenaren van de percelen waar het tracé komt te liggen.

Vragen over onderzoek

De akoestische rapportage van adviesbureau Peutz is recent door de cluster RED (Ruimte Economie en Duurzaamheid) van de gemeente beoordeeld. Het definitief goedgekeurde rapport maakt deel uit van het haalbaarheidsonderzoek en zal aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Op dit moment wordt het definitieve rapport ook openbaar.

De geluidsspecialist van de gemeente toetst dit aan huidige wet- en regelgeving.

Getoetst wordt aan de normen van de Wet geluidhinder en de VNG-richtlijn Bedrijven en milieuzonering. Ook wordt beoordeeld of de rapportage aan de daaraan te stellen technische eisen voldoet (berekenmethodes e.d.).

De toetsing vindt plaats in de haalbaarheidsfase. Door de geluidsspecialist van de gemeente zijn enkele opmerkingen geplaatst op de rapportage, die nog in het eindrapport moeten worden verwerkt.

Ja, dit onderzoek is uitgevoerd.

Elektromagnetische velden

Er is in het verleden door TenneT aan DNV-GL gevraagd om te kijken naar wat er bekend is over effect van magneetvelden op zogenaamde landbouwhuisdieren. Conclusie is dat er geen effect is gevonden, zo staat in het rapport “EM-velden van hoogspanningslijnen–onderzoek naar effecten op koeien, paarden, schapen en varkens”. Uit dat onderzoek werd geconcludeerd dat er geen gezondheidseffecten te verwachten zijn bij blootstelling aan velden van hoogspanningslijnen. Het is niet uitgesloten dat dieren de elektrische velden van hoogspanningslijnen kunnen waarnemen. Dit waarnemen op zich leidt echter niet tot gezondheidseffecten.

Geluid

Als vleermuizen al zouden navigeren op basis van een magneetvelden zou dat het aardmagnetisch veld zijn. Het magneetveld van een hoogspanningsstation heeft geen invloed op het aardmagnetisch veld. Het is dus niet aannemelijk dat het magneetveld van het hoogspanningsstation invloed heeft op vleermuizen. Daarnaast hebben vleermuizen ook geen last van het laagfrequent geluid, wel van hoogfrequent geluid. Het transformatorstation produceert geen geluid met dergelijke hoge frequenties.

In de bestaande situatie is ook al sprake van relatief hoge geluidniveaus vanwege Luchthaven Schiphol, wegverkeer en het bedrijventerrein. Het karakter van de omgeving zal, qua geluid, niet significant anders worden als gevolg van het transformatorstation.

Nee, zo is de rekenmethodiek zoals beschreven in de VNG-richtlijn Bedrijven en milieuzonering niet opgebouwd. In het geluidonderzoek is het stappenplan doorlopen zoals omschreven in de VNG-richtlijn Bedrijven en milieuzonering (zie voor een meer uitgebreide beschrijving paragraaf 3.2 en paragraaf 5.1 in het akoestisch rapport van Peutz).

De richtwaarde is afhankelijk van het type woonomgeving. In de onderhavige situatie is sprake van een omgevingstype 'gemengd gebied' (want de woningen grenzen aan een bedrijventerrein, de aanwezigheid van Luchthaven Schiphol en de Rijksweg A4). Voor een 'gemengd gebied' is een richtwaarde van 50 dB(A) (etmaalwaarde) van toepassing. Vanwege het transformatorstation wordt een geluidbelasting van ten hoogste 48 dB(A) berekend.

Het is echter niet gezegd dat de toevoeging van een geluidbron leidt tot een merkbaar hogere geluidsbelasting. Er is al sprake van een hoge geluidsbelasting in het gebied vanwege het weg- en vliegverkeer en het bedrijventerrein. Als de geluidbijdrage van een toegevoegde geluidbron lager is dan dat achtergrondniveau, zal de geluidhinder in het algemeen niet toenemen. Het nieuwe geluid wordt dan gemaskeerd door het reeds aanwezige geluid.

In het uitgevoerde onderzoek is niet de reeds aanwezige geluidsbelasting inzichtelijk gemaakt, dus kunnen we de totale geluidsbelasting niet laten zien.

Bij de berekeningen is rekening gehouden met de afschermende en reflecterende werking van gebouwen, schermen en objecten in de omgeving.

Uitgangspunt is dat de geluidsnormen niet worden overschreden waardoor geluidsisolerende maatregelen in woningen niet noodzakelijk zijn. Als er toch sprake zou zijn van een overschrijding van de geluidsnormen dan moeten in eerste instantie maatregelen aan de bron worden uitgevoerd. Dit betekent dat er maatregelen bij de spoelen en transformatoren moeten worden genomen en niet bij de woningen.

De geluidberekeningen zijn uitgevoerd voor een maximale belasting van het transformatorstation gedurende het hele etmaal. Doorgaans zal de belasting van een station in de avond en met name in de nacht enigszins lager zijn dan overdag (omdat er dan minder stroom wordt gevraagd). Bij een lage belasting is de geluidproductie van (moderne) transformatoren minder dan bij een hoge belasting. Dit zorgt ervoor dat er 's nachts doorgaans minder geluid wordt geproduceerd dan overdag.

Uit het onderzoek is gebleken dat de optredende geluidniveaus bij woningen zodanig zijn dat normaliter geen hinder van laagfrequent geluid zal optreden. De kans op hinderlijke 'staande golven' als gevolg van het transformatorstation wordt daarom erg klein geacht.

Bij een eventuele melding van dergelijke hinder kunnen specifieke geluidmetingen in de woning uitwijzen of de betreffende richtwaarde wordt overschreden en of het transformatorstation hiervan de oorzaak is. Zo ja, dan worden aanvullende maatregelen getroffen waarmee deze hinder wordt vermeden.

In de milieuvergunning worden geluidvoorschriften opgenomen. Liander en TenneT zijn gehouden aan deze voorschriften. Bij (onverhoopte) overschrijding van de voorschriften zullen aanvullende geluidsreducerende maatregelen moeten worden getroffen.

Transformatorgeluid manifesteert zich bij de specifieke frequentie van 100 Hz (de grondtoon) en een aantal zgn. 'hogere harmonische frequenties' (veelvouden van 100 Hz: 200, 300, 400 Hz etc.). Vanwege dit tonale aspect is, conform de wettelijk voorgeschreven rekenmethodiek, een toeslag van 5 dB(A) in rekening gebracht alvorens de geluidniveaus zijn getoetst.

Of het geluid ter plaatse van de woningen ook daadwerkelijk als tonaal wordt ervaren is overigens de vraag en is mede afhankelijk van het niveau van het omgevingsgeluid. Het geluid van transformatoren is niet typisch laagfrequent. Eventueel zou de laagste frequentie die door de transformatoren wordt geproduceerd (100 Hz) nog als laagfrequent geluid kunnen worden beschouwd. De andere frequenties (200, 300, 400 Hz etc.) zijn dat zeker niet.

Gesteld kan worden dat, indien de geluidniveaus op de gevel van woningen voldoen aan de toepasselijke grenswaarde van 50 dB(A) (etmaalwaarde), automatisch ook wordt voldaan aan de toepasselijke richtwaarde voor laagfrequent geluid. Dit is hier het geval. Bij optredende geluidniveaus lager dan de betreffende richtwaarde voor laagfrequent geluid (vastgesteld op basis van de zgn. 'Vercammen-curve') zal in veruit de meeste gevallen geen hinder optreden. Het kan echter niet met 100% zekerheid worden uitgesloten dat in individuele gevallen, ook al wordt voldaan aan de richtwaarde, toch hinder wordt ervaren.

Zoals eerder is aangegeven is het geluid van transformatoren niet typisch laagfrequent. Eventueel zou de laagste frequentie die door de transformatoren wordt geproduceerd (100 Hz) nog als laagfrequent geluid kunnen worden beschouwd. De andere frequenties (200, 300, 400 Hz etc.) zijn dat zeker niet. Met betrekking tot de laagst optredende frequentie (100 Hz) kan worden gesteld dat, indien de geluidniveaus op de gevel van woningen voldoen aan de toepasselijke grenswaarde van 50 dB(A) (etmaalwaarde), automatisch ook wordt voldaan aan de toepasselijke richtwaarde (volgens de zgn. 'Vercammen-curve') voor laagfrequent geluid. Dit is hier het geval.

NB. Het 'Vercammen-onderzoek' naar laagfrequent geluid, dat in de jaren '90 in opdracht van het toenmalige Ministerie van VROM is ingesteld, gaat in principe uit van het voorkomen van hinder in woon- en slaapvertrekken (dus binnen woningen). Het onderzoek houdt er (uiteraard) rekening mee dat de geluidwering van een gevel bij lagere frequenties minder is dan bij hogere frequenties. Hier is nu juist de normstelling op afgestemd.

Het station veroorzaakt geen trillingen. Tijdens de bouw van het station kan het zijn dat er geheid moet worden. Dat kan tijdelijk trillingen veroorzaken. Voorafgaand aan eventuele heiwerkzaamheden wordt onderzoek naar de omgeving gedaan. Als het transformatorstation in gebruik is veroorzaakt het geen trillingen.

Als er werkzaamheden uitgevoerd worden die trillingen veroorzaken wordt voorafgaand aan deze werkzaamheden onderzoek gedaan naar de omgeving (nul-opname gevels). Treedt aantoonbaar schade op aan de woningen door de bouwwerkzaamheden wordt dit opgelost of vergoed.

De hinder die men kan ervaren van geluid is per persoon en situatie verschillend. De geluidsbelasting in het geluidsrapport betreft de maximale geluidsbelasting, waarbij de eisen voor de avond en nacht strenger zijn dan voor overdag Dit betekent dat de berekening is gebaseerd op het maximaal in bedrijf zijn van de transformatoren. Het geluid neemt af naarmate je verder van het station afstaat. We voldoen aan de richtlijnen, we zitten overal onder de norm. Deze norm is 50dB(A) etmaalwaarde. Er wordt een etmaalwaarde van maximaal 48 dB(A) berekend op de gevel van nabij gelegen woningen.

In de milieuvergunning worden geluidvoorschriften opgenomen. Liander en TenneT zijn gehouden aan deze voorschriften. Wordt door het bevoegd gezag getwijfeld of voldaan wordt aan deze voorschriften, kan het daadwerkelijke geluidsniveau gemeten worden. Bij (onverhoopte) overschrijding van de voorschriften zullen aanvullende geluid reducerende maatregelen moeten worden getroffen.

In de bestaande situatie is ook al sprake van relatief hoge geluidniveaus vanwege Luchthaven Schiphol, wegverkeer en het bedrijventerrein. Het karakter van de omgeving zal, qua geluid, niet significant anders worden als gevolg van het transformatorstation. Het ligt daarom niet in de verwachting dat huisdieren iets zullen merken van 'ander geluid'.

Het ligt niet in de verwachting dat het geluid vanwege het transformatorstation op meer dan een kilometer afstand nog merkbaar zal zijn. Het zal volledig worden gemaskeerd door het omgevingsgeluid (wegverkeerslawaai, luchtvaart en bedrijventerrein).

Vragen over magneetvelden

Overal waar stroom doorheen loopt ontstaat een magnetisch veld. Bij het gebruik van een mobiele telefoon, haardroger, magnetron, pc of tv, maar ook door het transport van elektriciteit via hoogspanningsverbindingen. Deze elektromagnetische velden hebben een bepaalde sterkte, de zogenaamde veldsterkte. De magneetvelden worden berekend in microtesla. Voor hoogspannings-stations en ondergrondse hoogspanningsverbindingen geldt op basis van Europese normen een blootstellingslimiet van 100 microtesla. In Nederland voldoen we op voor publiek toegankelijke plaatsen aan deze norm. Uit onderzoek voor deze stationslocatie blijkt dat we ook hier voldoen op aan deze norm, aangezien de 100 microtesla-contour ruim binnen de grenzen van het station ligt.

Op verzoek van de gemeente is er een tweede onderzoek gedaan op basis het Nederlandse beleid voor bovengrondse hoogspanningsverbindingen. Dit beleid is gebaseerd op het zogenaamde "voorzorgbeginsel", waarbij wordt geadviseerd om bij nieuwe situaties zo veel mogelijk te voorkomen dat kinderen langdurig verblijven in een zone waarbij het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan op 0,4 microtesla. Het voor deze locatie verrichte onderzoek toont aan dat de 0,4 microtesla magneetveldcontour van het hoogspanningsstation tot net buiten het hek is gelegen. Er is dus ruim voldoende afstand tussen deze zone en de dichtstbijzijnde woningen.

Deze onderzoeken worden in het kader van het haalbaarheidsonderzoek (extern) getoetst door de gemeente. Beide onderzoeken zijn te vinden op de site van de gemeente, TenneT en Liander.

Op deze website vindt u meer informatie over EM-velden: https://www.kennisplatform.nl/verschil-tussen-limiet-100-microtesla-grens-0-4-microteslaexterne-link-icoon

Er wordt rekening gehouden met het geldende beleid waarbij voor hoogspanningsstations en ondergrondse hoogspanningsverbindingen op basis van Europese normen een blootstellingslimiet van 100 microtesla geldt. Aanvullend is, op verzoek van de gemeente en in lijn met het advies van de Gezondheidsraad, de stationslocatie ook getoetst aan het zogenaamde "voorzorgbeginsel voor bovengronds hoogspanningslijnen", waarbij wordt geadviseerd om bij nieuwe situaties zo veel mogelijk te voorkomen dat kinderen langdurig verblijven in een zone waarbij het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan op 0,4 microtesla.

Het voor deze locatie verrichte onderzoek toont aan dat de 0,4 microtesla magneetveldcontour van het hoogspanningsstation tot net buiten het hek is gelegen. Er is dus ruim voldoende afstand tussen deze zone en de dichtstbijzijnde woningen.

De gemeente en de netbeheerders herkennen deze richtafstand van 500 meter niet.

Ondanks dat het beleidsadvies ten aanzien van 0,4 microtesla alleen ziet op bovengrondse hoogspanningsverbindingen is voor deze stationslocatie is op verzoek van de gemeente de 0,4 microtesla contour in beeld gebracht. Op onderstaande afbeelding is te zien dat de 0,4 microtesla contour zich op het terrein van het transformatorstation bevindt tot net buiten het hek. Als er bij uw woning nog een magneetveld kan worden gemeten vanuit het station zal dit magneetveld aanmerkelijk lager zijn. De gemeente neemt op deze manier de mogelijke risico's voor bewoners mee bij de plaatsing van een transformatorstation.

De kabels komen op voldoende afstand van de huizen. Dat is conform de regels die hiervoor gelden.

Voor ondergrondse kabels geldt de Europese blootstellingslimiet van 100 microtesla. We voldoen op voor publiek toegankelijke plaatsen aan deze norm.

Voor ondergrondse kabels geldt de Europese blootstellingslimiet van 100 microtesla. We voldoen op voor publiek toegankelijke plaatsen aan deze norm.

Ja, de blootstellingslimiet van 100 microtesla ligt binnen de grenzen van het station.

Ten onrechte is tijdens de informatieavond van 28 januari 2021 aangegeven dat EM-velden afnemen door afscherming van de grond. Het is (helaas) vrijwel onmogelijk om magneetvelden af te schermen.

Vragen over veiligheid

SF6 wordt in verband met de uitstekende isolerende eigenschappen altijd toegepast in schakelinstallaties bij een GIS-station. Waar mogelijk worden alternatieven voor SF6 ingezet, echter bij deze een toepassing in 150kv-installaties is een alternatief niet beschikbaar.

Aangezien het hier gaat om toepassing van SF6 in gesloten systemen treden bij normale bedrijfsvoering zeer geringe en acceptabele SF6-emissies op. Deze leiden zowel voor personen die zich in de ruimte bevinden als in de directe nabijheid van het station niet tot gezondheidsrisico’s.

SF6 is niet giftig, het is een inert gas en gaat geen chemische reactie aan met andere materialen. De eventueel aanwezige afbraakproducten (vaste stof) in SF6 zijn toxisch. Deze stoffen komen bij normale bedrijfsvoering niet vrij. In geval van een interne fout kunnen deze wel vrijkomen maar blijven in de directe omgeving van de gefaalde installatie en dus in het GIS-gebouw.

Indien er een vliegtuig neerstort zal dit een stroomonderbreking tot gevolg hebben voor een groot gebied. TenneT en Liander zullen daarna zo spoedig mogelijk deze stroomonderbreking proberen te herstellen afhankelijk van de locatie en de schade aan het transformatorstation. Er zijn geen extra (veiligheids-)maatregelen nodig tegen het effecten van eventueel vrijgekomen SF6. Het gas vermengd zich met de lucht en dat leidt in geen enkel geval en onder geen enkele conditie tot concentraties die schadelijk zijn voor de gezondheid.

Zowel tijdens de bouwfase als tijdens de gebruiksfase van het station is er een calamiteitenplan.

Vragen over meedoen/meedenken

Het is niet duidelijk wat hiermee gevraagd wordt. Voorgesteld wordt hierover samen in gesprek te gaan.

Qua elektromagnetische velden is meer onderzoek gedaan dan conform regelgeving verwacht wordt van de netbeheerders. Dit is toegelicht in de beantwoording van de vragen over elektromagnetische velden.

De Provincie Noord Holland, Liander en TenneT zijn met elkaar in gesprek over de aankoop van de grond. De provincie, Liander en TenneT vertrouwen erop dat zij tot overeenstemming zullen komen.

De locatie is voorlopig verkend door en met TenneT en Liander. Zij staan positief tegenover deze locatie. Voor een definitief besluit over de locatie zullen worden onderzocht:

  • de uitwerking van de kabeltracés en aansluitingen voor de 150 kV en 20 kV
  • een definitieve uitwerking van de ruimtelijke inpassing, alsmede een eerste ontwerp van het station, waarvoor zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij de kwaliteitskaders voor de ontwikkeling van Schiphol Logistics Park (SLP) en de Geniedijk
  • een akoestisch onderzoek naar mogelijke geluidhinder, en ook onderzoek naar elektromagnetische velden.
  • een bodemonderzoek naar de vervuiling door onder meer poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) en perfluoroctaanzuur (PFOA)
  • onderzoek naar de luchtvaartbelangen, zoals eventuele radioverstoring, alsmede de verhouding tot de reservering van de parallelle Kaagbaan
  • een onderzoek naar eventuele bezwaren of gevolgen voor en vanuit de (woon)omgeving, zodat omgevingsbelangen kunnen worden meegewogen
  • onderzoek naar de financiële haalbaarheid (investeringsbeslissing TenneT/Liander), alsmede verdere uitwerking van de grondoverdracht door en met de provincie Noord-Holland

Het transformatorstation is dringend nodig voor nieuwe bedrijven en woonwijken. Het is een algemene voorziening die bedrijven en inwoners nodig hebben. We informeren iedereen zo goed mogelijk over de reden dat een transformatorstation nodig is en waarom we hiervoor nu deze locatie gaan onderzoeken. Wij gaan in gesprek met belanghebbenden om te horen wat zij vinden en welke mogelijke bezwaren er zijn, zodat we alle belangen mee kunnen wegen. Binnen de voorwaarden voor (technische) realisatie en binnen budget krijgen belanghebbenden ruimte om mee te praten en mee te denken over de inpassing. Uiteraard moet de locatie ruimtelijk goed kunnen worden onderbouwd. Het moet voldoen aan de uitgangspunten en regels voor dergelijke voorzieningen uit een oogpunt van hinder en veiligheid. Het is aan de gemeenteraad om hierover een definitief besluit te nemen.

De gemeente, Liander en TenneT gaan met de omgeving in gesprek. Tijdens deze gesprekken beantwoorden we alle vragen die er leven en hopen we ook zicht te krijgen op mogelijke bezwaren die er leven, en of we daar wellicht wat aan kunnen doen. Willen mensen formeel bezwaar maken, dan kan dat tijdens de procedure rond het wijzigen van het bestemmingsplan.

Het haalbaarheidsonderzoek neemt naar verwachting ongeveer 3 maanden in beslag. Als uit het onderzoek blijkt dat een transformatorstation aan de Incheonweg haalbaar is, neemt de gemeenteraad een besluit over of een transformatorstation daar kan komen. Daarna moet het bestemmingsplan worden gewijzigd. De verwachting is dat de procedure voor de wijziging van het bestemmingsplan start in voorjaar van 2021. Het volgende besluit van de gemeenteraad is het vaststellen van het aangepaste bestemmingsplan. (zie nota van B&W)

Naar verwachting duurt het nog tot 2025 voor een mogelijk nieuw transformatorstation aan de Incheonweg in gebruik kan worden genomen.

De alternatieve locaties zijn door Liander en TenneT getoetst op technische haalbaarheid en inpassing in de omgeving. Geen van de aangedragen locaties bleek haalbaar. Ook met de nieuwe uitgangspunten zijn de locaties niet haalbaar of niet wenselijk.