‘Staakt, staakt, staakt!’ Met deze woorden riep de toen verboden Communistische Partij Nederland op 25 februari 1941 op om te staken uit protest tegen het wegvoeren van Joden uit Amsterdam. Op die dag stonden de trams in Amsterdam stil en de staking verspreidde zich razendsnel als een olievlek in de regio. Twee dagen lang stonden de stakers schouder aan schouder en maakten zij een krachtige vuist tegen de bezetter.
De Duitsers braken de staking met geweld, intimidatie en meedogenloos ingrijpen. De gevolgen voor de stakers en de gemeenten waren groot. Mensen werden weggevoerd, de gemeenten moesten hoge boetes betalen. De Jodenvervolging werd in de daarna volgende maanden en jaren steeds intenser en barbaarser.
De Februaristakers waren geen helden, het waren gewone mensen. Mensen die gewoon naar hun werk gingen, behalve die twee dagen in februari 1941. Tijdens de hele Tweede Wereldoorlog hebben gewone mensen heldendaden verricht. In Haarlemmermeer verborgen onder anderen de families Boogaard, Breijer en De Clercq Joden in hun huizen, schuren en kelders. Cor van Stam coördineerde met zijn vrouw Trijntje het verzet in de polder en trof de Duitsers waar dat kon.
Dit jaar vieren we 75 jaar vrijheid. Maar die vrijheid kunnen we alleen vieren als we ook al die gewone mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog heldendaden hebben verricht, blijven herdenken.